Algemene informatie De
geschiedenis van Chinese zijde Volgens de overlevering kwam keizerin Xi Ling in 2640 v. Chr. op het idee om de zijderups op grote schaal te telen. China profiteerde aanzienlijk van de wereldwijde zijdehandel en het wist 3000 jaar lang het monopolie te behouden, tot vluchtelingen het geheim van de zijdeproductie naar Korea en Japan smokkelden. Een andere legende verhaalt over een prinses die de prins van Khotan huwde en zijderupsen meebracht als geschenk voor haar man. De Westerse wereld, die China kende als Seres, of Zijdeland, dankt het geheim van de zijdeproductie aan twee monniken die zijderupsen in hun bamboestaven verstopten. Praktische reistips Gebruik
in Beijing en Shanghai vooral de metro, dat werkt erg makkelijk, alles is in
het Engels uitgelegd en is spotgoedkoop. Taxi’s zijn prima en eveneens
goedkoop (10 RMB voor een basisrit van enkele kilometers), maar de rijtijd
kan door de grote verkeersdrukte een veelvoud bedragen van de metro.
Taxichauffeurs zijn normaliter uitermate betrouwbaar, toeristen oplichten
komt eigenlijk niet voor. Als
je met de taxi wilt, zorg dan dat je het adres van de plek waar je naar toe
wilt in het Chinees aan de chauffeur kunt laten zien (vraag dat eventueel aan
de portier bij je hotel). Een taxichauffeur die Engels spreekt (of leest) kom
je niet tegen. China
is extreem veilig. Dat betekent niet dat je niet op je spullen moet letten
(zakkenrollers zijn er overal), maar je kunt zonder problemen ‘s avonds
alleen over straat, ook een steegje inlopen is geen punt. Pinnen
kan op iedere hoek van de straat. Goedkoper dan wisselen in je hotel. Eten:
dat is in het begin wel lastig, eten met stokjes, maar het went snel als je
geen alternatief hebt. Er worden erg weinig mensen ziek van het eten, en
anders dan bijvoorbeeld in India of Egypte kun je redelijk risicovrij gaan
eten (niet bij een straattent, maar in een restaurant geen probleem). Eten is
altijd vers (soms staan de kooien met beesten voor in het restaurant en kun
je zelf het beest aanwijzen dat je wil eten) en wordt ter plaatse geslacht en
op heet vuur gekookt. De
etenskeus is lastiger, want de menu’s zullen meestal niet in het Engels zijn.
Als je het niet weet wijs gewoon iets aan op de andere tafels, dat er lekker
uitziet. In de meeste reisgidsen staat achterin wel een lijst met gerechten
in het Chinees, dat helpt ook wel. Treinen:
De nachttrein dat is erg leuk, maar zeer lastig om zelf kaartjes te regelen.
Neem wel wat eten en drinken mee voor onderweg, het eten in de trein is
meestal niet veel, maar in de toeristentrein kan het meevallen. Op het
station is het niet makkelijk uit te vinden waar je precies moet zijn, maar
als je met een groep gaat en een gids, dan komt dat wel goed. Markten: Geloof
de verkopers niet dat hun producten beter zijn dan de andere, alles is
hetzelfde. Betaal
de prijs die je vooraf in je hoofd hebt. Om een idee te geven voor de
onderhandelingen: Polo’s:
max 50 RMB Spijkerbroeken:
80 tot max 100 RMB Overhemden
en blouses: nooit meer dan 50 Schoenen
(all stars bijvoorbeeld): 60 RMB De
vraagprijzen liggen altijd een factor 4 a 5 hoger, trek je daar niets van
aan, gewoon lag inzetten. Onderhandelen
hoort er bij, dat is een sport in China. Let
bij de douane wel op: je mag van alle fake producten maar drie exemplaren per
product meenemen (en alles wat je koopt mag samen niet meer dan 410 euro
waard zijn). Taal:
Dong betekent trouwens oost, Xi betekent West, Nan = Zuid, Bei is noord,
zhong = midden, zo kun je zien op welk deel van een straat waar je moet zijn.
Nanjing Xi Lu is dus: het westelijk deel van Najing Road. Eigenlijk heel simpel. |